

Discover more from Raounak Khaddari
‘Als je van je hobby je werk maakt, hoef je nooit meer te werken.’ Onzin.
Het klinkt romantisch: van je werk je hobby maken. Ik deed het. Schrijven is mijn werk. Inmiddels niet alleen voor een krant, maar ook in boekvorm. Dat is in eerste instantie fantastisch.
Ik wilde namelijk altijd al ‘iets’ met schrijven doen. Als klein meisje schreef ik verhaaltjes en deed ik mee aan schrijfwedstrijden (ik won nooit). Later ging ik zelfs Nederlands studeren om mijn kansen op dat gebied te vergroten. Na een beetje te freelancen naast mijn studie ging ik fulltime aan de slag bij een krant.
Schrijven was daarmee niet langer slechts liefhebberij of een ontspannende bezigheid voor in mijn vrije tijd; het is een bezigheid geworden waaraan ik me contractueel aan heb gecommitteerd en dat voor brood op de plank zorgt.
Hobby verloren
Mijn baan bij de krant is nog steeds een feest. Net als dat ik genoot van het schrijven van mijn boek over vriendschap en geniet van deze mail tikken. Toch verloor ik ook iets toen schrijven mijn werk werd: een hobby.
Ik ben lang niet de enige die van haar hobby haar werk maakte. Er is zelfs een woord voor: hobbyjob. Uit onderzoek
blijkt dat een toenemend aantal mensen van hun hobby hun werk maken, omdat ze:De mogelijk daartoe hebben, mede dankzij digitalisering en robotisering;
Weten dat ze nog tot hun 70ste of langer moeten werken en liever iets doen waarvan ze zeker weten dat ze het leuk vinden;
Simpelweg meer keuze hebben. We hoeven niet meer ons hele werkleven bij dezelfde werkgever te blijven. We kunnen en mogen hoppen.
En wie een hobbyjob heeft, volgt zijn passie. Klinkt goed, toch?
Deels.
Er is een positieve correlatie tussen werkpassie en werktevredenheid. Wie passie heeft voor zijn werk is doorgaans meer bereid om tijd te steken in competenties die bijdragen in het beter worden van onze hobbyjob. En we ervaren zelf ook positieve gevoelens als we goed zijn in wat we doen.
Maar….
Een hobby en werk zijn twee verschillende dingen. Voor het gemak sla ik ze even helemaal plat: voor een hobby zijn we intrinsiek gemotiveerd, voor werk zijn we extrinsiek gemotiveerd.
En daar schuilt het gevaar van het overrechtvaardigingseffect. Niet wegklikken nu, ik ga het je uitleggen 😊.
Als we een externe prikkel (loon) krijgen voor het uitvoeren van taken die we voorheen alleen voor het plezier en voor niets deden (hobby’s), kan ons plezier en interesse in die taken verloren gaan.
Op het moment dat onze hobby ons werk wordt, associëren we het voortaan met geld en met verlangens en doelen van de werkgever of opdrachtgever. Het is niet langer iets dat we louter voor onszelf doen en we zijn er (deels) afhankelijk van geworden.
En wat als we dan toch een andere baan nemen en onze hobby weer onze hobby gaan laten zijn? Dan zijn we al voorgoed verpest.
Oke, dat is wat gechargeerd, maar er zit een kern van waarheid in. De intrinsieke motivatie die we ooit voelden, komt zelden in dezelfde mate terug.
Risico
Er schuilt ook een ander gevaar in hobbyjobs. Wie van zijn hobby zijn werk maakt, identificeert zich sterk met zijn baan, soms té sterk. Als iets onderdeel is van onze identiteit zijn we geneigd om hogere doelen te stellen vanuit onszelf voor onszelf. En dat kan doorslaan
.Want wie van zijn hobby zijn werk maakt:
Loopt het gevaar continu met werk bezig te zijn.
We willen goed zijn in wat we doen. Helemaal als dat onderdeel is van onszelf. Terwijl hobby’s er juist zijn om ons te helpen ontspannen naast werk en andere dagelijkse bezigheden;Kan verveeld raken door eentonigheid;
Wie continu hetzelfde doet, daagt zichzelf niet meer uit. We hebben juist nieuwe impulsen nodig om te blijven floreren. Als we thuis en ‘op werk’ hetzelfde doen, kan dit zelfs leiden tot lagere professionele effectiviteit. Dit kan je oplossen door een nieuwe hobby te vinden óf ook andere rollen te vervullen op je werk.Loopt het risico minder tijd aan hobby’s te besteden
dat hobby’s een herstellende activiteit zijn. Een gebrek aan herstellende activiteiten hangt samen met een lagere algemene levenstevredenheid en slechtere gezondheidsresultaten.
We hebben hobby’s nodig om te ontspannen, onszelf te blijven inspireren en te vernieuwen. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen
De oplossing
Ik ben me al langer bewust van het feit dat ik geen echte hobby meer heb. Ik schrijf nog steeds heel graag, maar wil op vrije avonden niet nog meer schrijven omdat ik het vaak associeer met werk. Het moet goed, het moet volgens bepaalde regels, terwijl een hobby dat juist niet is.
Dus ging ik op zoek naar iets nieuws. Het is illustreren geworden. Sinds januari volg ik een jaaropleiding en dompel ik me onder in de wereld van kleurschema’s, Procreate, creëren, en associatief denken. Ik hoef er alleen maar blij van te worden. En dat lukt.
Het kan zijn dat je langer moet zoeken naar iets waar je blij van wordt om te doen. Het fijne is: je kunt zonder deadlinedruk nieuwe activiteiten uitproberen. En je hoeft niet voor altijd bij één hobby te blijven. Nu is illustreren leuk. Misschien ga ik over een jaar wel wielrennen of stort ik me op meubels een nieuw leven geven. Kan en mag allemaal!
💡 Dus een tip van mij: hoe leuk je hobbyjob ook is, doe ernaast iets anders waar je ook blij van wordt. Voor jezelf. Helemaal voor jou. Dat verdien je.
✨Liefs,
Raounak
Vragen? Je kunt direct antwoorden op de mail.
Noten:
Bureau of Labor Statistics. (2017). USDL-17-1158, 08.
Volpone, S. D., Perry, S., & Rubino, C. (2013). An Exploratory Study of Factors that Relate to Burnout in Hobby-Jobs. Applied Psychology: An International Review, 4, 655-677.
Winwwod, P. C., Bakker, A. B., & Winefield, A. H. (2007). An Investigation of the Role of Non-Work-Time behavior in Buffering the Effects of Work Strain. JOEM, 49, 862-871.